Prof. dr. E. Terryn
Mr. dr. M.Y. Schaub
Prof. mr. V. Mak, mr. dr. D.J.B. Op Heij
Mr. J.J. Dammingh
Mr. dr. M.W. Wallinga
Mr. dr. T. Jonkers
Mr. dr. L.B.A. Tigelaar
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mr. S. Ben Yaklaf
In dit nummer
Voor u ligt de vijfde aflevering van het Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken.
In haar redactioneel gaat Evelyne Terryn in op de uitdagingen bij het ontwikkelen van een uniforme methodologie om over duurzaamheid te communiceren en stelt de vraag aan de orde of informeren over duurzaamheid wel effectief kan leiden tot duurzamer gedrag.
In het artikel van Martien Schaub wordt uiteengezet hoe de bedenktijd bij overeenkomsten voor digitale inhoud en digitale diensten na de implementatie van de Omnibusrichtlijn geregeld zal zijn. Bij overeenkomsten op afstand en overeenkomsten gesloten buiten een verkoopruimte heeft een consument in beginsel een bedenktijd van 14 kalenderdagen. Dit betekent dat de consument de overeenkomst gedurende die periode zonder opgave van redenen mag ontbinden. De auteur behandelt hoe de bedenktijd geregeld is voor overeenkomsten met betrekking tot digitale producten, zoals games, muziek of films die door middel van een download of streaming worden geleverd.
Daniëlle Op Heij en Vanessa Mak bespreken in hun artikel het hiërarchisch systeem van remedies bij consumentenkoop en bij contracten voor digitale inhoud naar aanleiding van de implementatie van de Richtlijn consumentenkoop en de Richtlijn digitale inhoud in het BW. Zij concluderen onder meer dat in beide richtlijnen een hiërarchie herkenbaar blijft met nakoming als primaire remedie, maar dat het hiërarchische systeem door een aantal nieuwe regels wordt afgezwakt.
In zijn Kroniek Makelaardij behandelt Jaap Dammingh de rechtspraak met betrekking tot de rechtspositie van de makelaar over de periode 2018-2020.
In de Kroniek Financiële dienstverlening schetst Marnix Wallinga in twee afleveringen, waarvan deel I in deze aflevering wordt gepubliceerd en deel II in aflevering 6, de positie van de consument op de financiële markten: Europese en nationale ontwikkelingen van het financieel consumentenrecht komen aan bod.
Tobias Jonkers bespreekt in zijn annotatie bij het Dexia-arrest van HvJ EU 27 januari 2021 twee vragen: de wijze van toetsing van een mogelijk oneerlijk beding en de vraag of bij oneerlijkheid een beroep kan worden gedaan op aanvullend nationaal recht. Het Hof van Justitie oordeelde dat de toetsing abstract plaatsvindt en dat moet worden gekeken naar de mogelijke effecten van een beding. Verder mag de nationale rechter in deze zaak geen aanvullend recht in de plaats stellen van het oneerlijke beding.
In haar annotatie bij Rb. Limburg van 17 maart 2021 bespreekt Leonieke Tigelaar een verstekzaak waarin de informatieplichten uit art. 6:230m en art. 6:230v BW niet zijn nageleefd. De kantonrechter staat bij deze informatieplichten stil en neemt uiteindelijk de beslissing om geen sanctie toe te passen.
Jurgen Braspenning zoomt in de rubriek ‘Uit de praktijk’ in op art. 3:34 BW, aan de hand waarvan een rechtshandeling vernietigd kan worden als deze is verricht onder invloed van een geestelijke stoornis.