Gert Haverkate
Henry Otgaar, Marko Jelicic, Harald Merckelbach
Strafrechtelijk bewijzen: met Bayes of met verhalen? Of is er een derde weg?
In dit artikel vergelijk ik drie theoretische benaderingen van rationeel bewijzen in strafzaken: argumentatie, verhaal & verankering en de Bayesiaanse methode. Eerst laat ik zien dat de Bayesiaanse methode niet, zoals wel eens gesuggereerd wordt, dwingend uit de axioma’s van de kansrekening volgt maar berust op filosofische aannames, net zoals de argumentatieve en verhaalsbenaderingen. Een rechter die niet-Bayesiaans denkt komt daarom niet per se in strijd met de logica en wiskunde. Vervolgens zal ik betogen dat een methode van juridisch bewijzen in strafzaken niet alleen rationeel gefundeerd maar ook praktisch uitvoerbaar moet zijn en daarom aan moet sluiten bij hoe rechters in de praktijk over bewijskwesties denken. De argumentatieve en verhaalsbenaderingen scoren op dit punt beter dan de Bayesiaanse methode, zodat een rechter die niet-Bayesiaans denkt dat niet alleen op filosofisch maar ook op praktisch verdedigbare gronden kan doen. Tot slot zal ik een pleidooi houden voor een geïntegreerde theorie van rationeel strafrechtelijk bewijzen die praktisch werkbaar is en die de sterke kanten van de drie benaderingen verenigt.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift