Mw. mr. drs. H.M.B. Brouwer
M.H. Pluymen - JPR Advocaten
D.M.A. Gerdes - Kifid, T.R.G. Leyh - Kifid
G.M. Veldt - UL
A.L.H. Ernes - OU
O. Böhmer - Van Traa Advocaten
S.M. Oude Alink - Van Traa Advocaten
F. Faes - Kifid, M. Nijland - Kifid
C.J. de Jong - UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS)
H. Logmans - Wetenschappelijk Bureau Hoge Raad, D.H. Smaling - TLN, J. van Velzen - TLN
P.M. Leerink - JPR Advocaten/OU, N.P.H. Borm - JPR Advocaten
J.L. Snijders - FIZ Advocaten
In dit artikel is aan de orde welke causaliteitsleer gehanteerd moet worden bij het vaststellen van het causaal verband in het verzekeringsrecht. Daarbij behandelt de auteur verschillende causaliteitsleren en welke causaliteitsleer wordt gehanteerd in respectievelijk Engeland en Nederland. Reeds eerder besteedde de auteur in een NTHR-bijdrage aandacht aan de dominant-cause-leer, die ook in dit artikel een belangrijke plaats inneemt. In die verkennende bijdrage ging de auteur met name in op de praktische uitwerkingen van de dominant-cause-leer in het verzekeringsrecht en op welke punten het verzekeringsrecht en het zeerecht verschillen voor wat betreft de mogelijkheid van het toerekenen van schade aan meerdere oorzaken. In onderhavig artikel staat de causaliteitskwestie in het verzekeringsrecht meer algemeen centraal.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift