Prof. mr. M. Olaerts
Prof. dr. S.A. Stevens, drs. D.G.M. Wetterhahn
De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt
Naar aanleiding van het arrest HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275 bespreekt de auteur de rechtspositie van de (mede)beleidsbepaler. Eerst wordt de kwalificatie van deze figuur aan de orde gesteld en illustreert de auteur aan de hand van recente rechtspraak wanneer van een (mede)beleidsbepaler kan worden gesproken. Daarbij bespreekt de auteur tevens kort de aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler in het licht van art. 2:138/248 BW. Vervolgens komt aan bod of en in hoeverre art. 2:11 BW een doorbraak van aansprakelijkheid realiseert ten opzichte van (mede)beleidsbepalers in gevallen waarin de aansprakelijkheid op art. 2:138/248 BW is gegrond. Daarna wordt de aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler op grond van art. 6:162 BW beoordeeld. De auteur betoogt dat er voor de toepassing van de ‘ernstig verwijt’-maatstaf ten aanzien van deze figuur geen rechtvaardiging bestaat. In het licht van voormeld arrest wordt aansluitend besproken of en in hoeverre ten aanzien van de (mede)beleidsbepaler een doorbraak kan worden gerealiseerd op grond van art. 2:11 BW in gevallen waarin de aansprakelijkheid haar grondslag vindt in art. 6:162 BW. De auteur stelt zich op het standpunt dat art. 2:11 BW in deze gevallen een beperkter bereik heeft.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift