W.Th. Douma, M. Dorweiler
Art. 261 VWEU luidt als volgt: ‘De door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk, alsmede de door de Raad krachtens de bepalingen van de verdragen vastgestelde verordeningen kunnen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie volledige rechtsmacht verlenen wat betreft de sancties welke in die verordeningen zijn opgenomen.’ Sinds ongeveer de laatste twee decennia is door de rechtspraak over door de Commissie opgelegde sancties wegens overtreding van de concurrentiebepalingen (art. 101 en 102 VWEU) de betekenis van deze bepaling voor de rechtspraktijk aanzienlijk toegenomen. Dit artikel bespreekt de achtergronden, de toepassing en de procedurele en inhoudelijke aspecten van volledige rechtsmacht en de daarmee verbonden vraagstukken van de omvang en intensiteit van de rechterlijke controle.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift