Getrouwheidskortingen en de weging van valspositieven en valsnegatieven in het mededingingsrecht
Ruim tien jaar geleden publiceerde de Europese Commissie de Richtsnoeren betreffende art. 102 VWEU. Deze vloeien voort uit de meer economische benadering van het mededingingsrecht waarin consumentenwelvaart als toetssteen fungeert. Rechtshandhaving vergt een weging van de kans op valspositieven en de kans op valsnegatieven. Dit artikel onderzoekt hoe deze weging zich heeft ontwikkeld bij de aanpak van een specifieke vorm van misbruik van een dominante marktpositie, namelijk getrouwheidskortingen. De periode tussen het Hoffmann-La Roche-arrest en het Intel-arrest laat geen lineaire ontwikkeling in de weging van foutkansen zien. De ontwikkeling is wel geconvergeerd. Er is nu sprake van een weerlegbaar vermoeden dat het gebruik van getrouwheidskortingen misbruik oplevert. Ter beperking van de kans op valspositieven verdient het aanbeveling om de categorie die vermoed wordt misbruik op te leveren zeer te klein te houden.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift