K. Bourgeois, E. Paredis
Over de EU-grenzen aan fiscale concurrentie tussen lidstaten: interne markt, Unietrouw, staatssteun
De Europese Unie heeft formeel weinig bevoegdheden op het vlak van directe belastingen. De fiscale autonomie van de lidstaten leidt op het vlak van vennootschapsbelasting tot fiscale concurrentie met als doel investeringen en ondernemingen aan te trekken. Dit is niet nieuw, en is als zodanig ook niet negatief. De fiscale soevereiniteit van de lidstaten is echter niet absoluut. EU-recht stelt grenzen aan vennootschapsbelastingconcurrentie die het potentieel van de interne markt (vrij verkeer) beperkt of de vorm aanneemt van schadelijke belastingpraktijken. De interne-markt- en Unietrouwbegrenzing van schadelijk-wilde fiscale concurrentie maakt sinds lang deel uit van het acquis. Recente besluiten van de Europese Commissie verduidelijken de contouren van de staatssteunbegrenzing van het agressief belastingaanbod van de lidstaten. Deze bijdrage behandelt zowel de relatief vertrouwde acquis-grenzen als de meer recente praktijk van de Commissie om fiscale praktijken van de lidstaten te toetsen aan de staatssteunregels, en rondt af met een beknopte situering van de implicaties daarvan voor lidstaten en begunstigde ondernemingen.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift