Mr. S. Teitler, Mr. H. Ram
Mr. dr. M. Olfers
mr. M.I. van Dijk
Mr. M.S. de Andrade
Mr. dr. Janwillen Soek
mr. C. van der Weijden-Zeevenhooven
Nederlandse tuchtrechtspraak en de toepassing van de World Anti-Doping Code
Nog niet zo lang geleden beschikten de tuchtcommissies over vrijwel onbeperkte bevoegdheden en mogelijkheden om dopingzaken af te handelen zoals het hen goed dunkte. Afgezien van enkele richtlijnen inzake de strafmaat voorzagen de dopingreglementen tot 2004 niet in tuchtrechtelijke voorschriften. De behandeling van een overtreding van het dopingreglement vond toen nog geheel plaats volgens de normen van het tuchtreglement, waar het dopingreglement tegenwoordig vrijwel op zichzelf staat. Veel dopingzaken kwamen toentertijd echter niet bij de tuchtcommissies terecht, vanwege het feit dat bondsbesturen die regelmatig onder de spreekwoordelijke pet hielden. In die gevallen volgde dus geen aangifte. De komst van de World Anti-Doping Code heeft voor zowel de vrijheid van de tuchtcolleges als die van bondsbesturen ingrijpende gevolgen gehad.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift