Zaak C-817/18 P
De begrippen “belanghebbende” en “ernstige moeilijkheden” in het EU-staatssteunrecht
Zaak C-817/18 P, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland e.a./Commissie
Arrest van 3 september 2020 van het Europees Hof van Justitie, ECLI:EU:C:2020:637
Het Hof van Justitie heeft een arrest geveld in verband met de Nederlandse Regeling bijdragen particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (“PNB-regeling”). In zijn arrest bevestigt het Hof een arrest van het Gerecht van de Europese Unie, waarin een staatssteunbesluit van de Europese Commissie werd vernietigd. In dit besluit had de Commissie voormelde regeling als onrechtmatige, maar prima facie met de interne markt verenigbare staatssteun beoordeeld (“besluit om geen bezwaar te maken” (artikel 108, lid 3 VWEU)). Met zijn arrest bevestigt het Hof van Justitie de stelling van het Gerecht dat de Commissie overeenkomstig artikel 108, lid 2, alinea 1 VWEU een formele onderzoeksprocedure had moeten inleiden om belanghebbende partijen de mogelijkheid te geven opmerkingen te maken over de PNB-regeling en om de ernstige moeilijkheden waarmee zij bij de beoordeling van deze regeling werd geconfronteerd, te overwinnen.
In het hier geannoteerde arrest stonden inderdaad twee discussiepunten centraal. Vooreerst was de vraag of de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (“VGG”) en verschillende particuliere grondbezitters (leden van de VGG) - zij hadden het besluit van de Commissie aangevochten voor het Gerecht -, “belanghebbende” partijen waren in de zin van artikel 108, lid 2, alinea 1 VWEU en artikel 1, sub h) van de Procedurele staatssteunverordening van de Raad. Deze vraag werd gunstig beantwoord door zowel het Gerecht als het Hof, hoewel het Gerecht een verzwaarde bewijslast leek te willen opleggen aan belanghebbende partijen. Verder stond ter discussie of de Commissie tijdens het onderzoek dat resulteerde in haar gunstig besluit niet te overwinnen “ernstige moeilijkheden” had ondervonden. Vermits dit volgens het Gerecht en het Hof het geval was, had de Commissie haar onderzoek niet mogen afsluiten met een besluit om geen bezwaar te maken, maar een formele onderzoeksprocedure moeten inleiden.
In deze noot wordt dieper ingegaan op de begrippen “belanghebbende” en “ernstige moeilijkheden”, en wordt de verfijning/verduidelijking toegelicht die het Hof aan deze begrippen aanbrengt.
W. De Cock en T. Joris
verschijnt in SEW 2021, afl. 4