Mr. S. Teitler, Mr. H. Ram
Mr. dr. M. Olfers
mr. M.I. van Dijk
Mr. M.S. de Andrade
Mr. dr. Janwillen Soek
mr. C. van der Weijden-Zeevenhooven
Het biologisch paspoort: veelbelovende opsporingstechniek of juridisch wankel?
Op grond van de herziene Wereld Anti-Doping Code is het met ingang van 1 januari 2009 mogelijk om een sporter énkel op basis van verdachte waarden in zijn/haar biologisch paspoort te vervolgen. In de standaardbehandelingen van dit nieuwe, indirekte bewijsmiddel wordt vooral gewezen op de extra mogelijkheden die deze aanpak biedt, naast het conventionele testen dat gewoon in stand blijft. Hier wordt gedetailleerd ingegaan op problematische aspecten die deels fundamenteel van aard zijn en dientengevolge niet eenvoudig te repareren. Voorts wordt aan de hand van de de zaak van Claudia Pechstein geïllustreerd dat dit nieuwe bewijsmiddel, mits zonder (deugdelijk) steunbewijs ingezet, een grote mate van willekeur in de hand werkt, waartegen de verdachte sporter zich nauwelijks kan verweren.
To access te full article you will need a subscription. More information about the subscriptions and prices can be found here.
Subscribe to this journal