Mr. dr. P.T.J. Wolters
Mw. mr. dr. C.E. de Jager, prof. mr. dr. A.J. Verheij
S.T. Kalisvaart, LLB, mw. S.N. Wiersma, LLB
Mw. mr. dr. M.Y. Schaub
Mw. dr. C.A.N.M.Y. Cauffman
Mw. mr. dr. M.Y. Schaub
E.R. van der Velde, LLM
Prof. mr. dr. M.B.M. Loos
Mr. N.A. de Leeuw, mw. mr. drs. J.A. Tersteeg
Mr. dr. J.J.A. Braspenning
Mw. S.S. van Kampen, LLM
Tot 4 juni 2015 werd de vraag of een voedseletiket misleidend is juridisch gezien beoordeeld aan de hand van de zogenaamde labelling-doctrine: de ingrediëntenlijst was tot dan toe beslissend. In het op 4 juni gewezen Teekanne-arrest nuanceerde het Hof de labelling-doctrine echter. De ingrediëntenlijst is niet langer bepalend; bij een (te) grote discrepantie tussen etiket en ingrediëntenlijst kan toch sprake zijn van misleiding. De labelling-doctrine is echter niet volledig verlaten, want als uitgangspunt geldt nog steeds dat hetgeen in de ingrediëntenlijst staat in beginsel bepaalt wat de consument omtrent de inhoud mag verwachten. In dit artikel wordt allereerst ingegaan op de vraag hoe de Nederlandse rechter en de Reclame Code Commissie sinds Teekanne oordelen over misleiding. Zo wordt onder meer in kaart gebracht welke aspecten van het etiket van belang zijn bij de beoordeling of een voedseletiket misleidend is. Eveneens wordt op basis van de bevindingen ingegaan op de meer algemene vraag wat Teekanne nu precies heeft opgeleverd, zoals de vraag of de maatstaf in Teekanne aansluit bij hetgeen voor consumenten misleidend is.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift