Prof. mr. drs. C.M.D.S. Pavillon
Mr. J.J. Dammingh
Paul Cambie
Mr. J.M. Meindertsma
Papieren tijger in de maak?
Pogingen om het herstel van goederen te bevorderen in de EU en de VS
Op 22 maart 2023 jongstleden verscheen het langverwachte richtlijnvoorstel inzake gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen. In dit artikel wordt besproken wat de beoogde bevorderingsmaatregelen inhouden en wat van het voorstel mag worden verwacht, gelet op recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten. De staat New York ging de Europese Commissie onlangs voor in haar inspanningen om het recht op herstel te verstevigen. Daar kwam eind 2022 de Digital Fair Repair Act tot stand, de eerste ‘comprehensive right-to-repair law’ in de Verenigde Staten. Wat kunnen we in Europa leren van de Amerikaanse ervaringen?
Stel de aan-en-uitknop van uw dure smartphone is na een val van het toestel kapotgegaan. Een snelle zoektocht op internet leert dat dergelijke powerbuttons goed verkrijgbaar zijn en dat veel bedrijven aanbieden om de smartphone te repareren, voor een redelijke prijs. Het lijkt te gaan om een technisch eenvoudige reparatie. Dit laatste is lang niet altijd het geval. Voor de reparatie van een e-bike van een bepaald merk moet de consument zich bijvoorbeeld wenden tot een gespecialiseerde werkplaats die beschikt over voor het herstel van dit merk fietsen uniek gereedschap.L. van der Sterre, ‘Als je statussymbool op wielen kapot is, kan hij vrijwel meteen naar de stort’, Vrij Nederland 22 april 2023. Dat de reparatie ‘uit kan’ gelet op de prijs van de onderdelen en de arbeidskosten, is ook niet vanzelfsprekend. Een bij een webshop aangeschafte koptelefoon van € 50 die door een journalist ter reparatie werd aangeboden maakte vergeefs een reis van 379 km door Nederland, omdat de leverancier ‘niet aan reparatie doet’. ‘Producten met een kostprijs onder de € 40’ acht het bedrijf ‘helaas niet rendabel om te repareren.’J. Verkerk, N. Lemoine & L. Smedes, ‘Sorry, uw koptelefoon kan niet worden gerepareerd’, FD 18 februari 2022.
Op 22 maart 2023 verscheen het langverwachte richtlijnvoorstel inzake gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen.COM(2023)155 def. Dit verschijningsmoment is enkele maanden uitgesteld als gevolg van een aanvankelijk negatief advies van de Raad voor regelgevingstoetsing.Aan de objectiviteit van dit advies wordt door enkele Europarlementariërs getwijfeld. Twee Europarlementariërs sluiten niet uit dat deze is beïnvloed door sterke lobbygroepen: afvalonline.nl/bericht/37254/recht-reparatie-uitgesteld. Het bevorderen van het recht op herstel vormt een belangrijk onderdeel van de plannen van de Commissie om het consumentenrecht te laten bijdragen aan de circulaire economie en werd aangekondigd in de Consumentenagenda van november 2020 getiteld De weerbaarheid van de consument versterken met het oog op duurzaam herstel.Mededeling van de Europese Commissie inzake de Nieuwe consumentenagenda, COM(2020)696 def.
De vraag is wat het bevorderen van het recht op herstel inhoudt, hoe dit tot uiting komt in het commissievoorstel en wat van de beoogde bevorderingsmaatregelen over zal blijven na het doorgaans stroperige Europese besluitvormingsproces. De eerste reacties op het voorstel waren nogal lauw en, voor zover afkomstig uit de ‘repair-lobby’, zelfs ronduit negatief.Zie bijvoorbeeld: repair.eu/news/not-yet-accessible-affordable-nor-mainstream-campaigners-tighten-the-screw-on-new-eu-right-to-repair-proposal/; runder-tisch-reparatur.de/kein-recht-auf-reparatur-der-vorschlag-der-eu-kommission-ignoriert-die-eigentlichen-probleme-und-wird-reparaturen-nicht-guenstiger-und-zugaenglicher-machen/.
De staat New York ging de Europese Commissie onlangs voor in haar inspanningen om het recht op herstel te verstevigen. Aan de overzijde van de Atlantische Oceaan kwam eind 2022 de New York’s Digital Fair Repair Act tot stand,S4104-A/A7006-B. de eerste ‘comprehensive right-to-repair law’ in de Verenigde Staten. Helaas overheerste daar vooral de teleurstelling. De vele uitzonderingen die in een laat stadium aan de wet zijn toegevoegd zouden haar ‘toothless’ hebben gemaakt.
Welke lessen kunnen wij uit de Amerikaanse ervaring trekken? Alvorens de oceaan over te steken (par. 4), onderwerp ik het commissievoorstel aan een korte analyse. Het gaat de Commissie er volgens het voorstel om dat de consument binnen de wettelijke aansprakelijkheidstermijn uit de Richtlijn verkoop van goederen (EU) 2019/771 herstel verkiest boven vervanging (par. 2) en dat ook – en juist – buiten die termijn vaker wordt overgegaan op reparatie van defecte goederen (par. 3). Ik sluit af met enkele leringen en werp een blik op de toekomst (par. 5).
Om met de deur in huis te vallen: het richtlijnvoorstel bevat weinig handvatten om het eerste doel te bereiken. De enige concrete stap richting herstel als voorkeursremedie is de voorgestelde aanpassing van de hiërarchie tussen remedies uit de Richtlijn verkoop van goederen. Artikel 12 van het voorstel luidt:
‘Aan artikel 13, lid 2, van Verordening (sic) (EU) 2019/771 wordt de volgende zin toegevoegd:
“In afwijking van de eerste zin van dit lid herstelt de verkoper, indien de kosten voor vervanging gelijk zijn aan of hoger zijn dan de herstellingskosten, de goederen om deze goederen in conformiteit te brengen.”’
Binnen de wettelijke garantieperiode moeten verkopers een gebrekkige zaak repareren, behalve wanneer dit duurder is dan, of net zo duur is als het vervangen hiervan. Aldus durft de Commissie de consument ogenschijnlijk herstel als remedie op te dringen.
Dit vormt de eerste inperking van het bestaande stelsel van consumentenrechten omwille van de overgang naar een circulaire economie.Vgl. C.M.D.S. Pavillon, ‘Dwingend consumentenrecht en de overgang naar een circulaire economie: het mes snijdt aan twee kanten’, AA 2022, afl. 7/8, p. 585. In andere voorstellen in het kader van de Green Deal komen er vooral rechten bij: C.M.D.S. Pavillon, ‘Consumentenrechtelijke stukjes in de circulariteitspuzzel’, WPNR 2023, afl. 7407, p. 289-298. Op dit moment is geldend recht dat de door de consumentkoper gekozen remedie (herstel of vervanging) slechts mag worden geweigerd door de verkoper ‘indien de kosten daarvan in geen verhouding staan tot de kosten van uitoefening van een ander recht of een andere vordering die de koper toekomt, gelet op de waarde van de zaak indien zij aan de overeenkomst zou beantwoorden, de mate van afwijking van het overeengekomene en de vraag of de uitoefening van een ander recht of een andere vordering geen ernstige overlast voor de koper veroorzaakt’ (art. 7:21 lid 5 BW).
Vraag is evenwel hoeveel keuzevrijheid de consument daadwerkelijk heeft naar huidig recht. Juist herstel wordt regelmatig ontzegd op grond van de aangehaalde evenredigheidstoets. Gekwalificeerde, door de verkoper in te schakelen reparateurs zijn schaars en opereren vaak op afstand, waardoor reparatie behalve prijzig, ook een tijdrovende aangelegenheid vormt. Reserveonderdelen zijn voorts lang niet altijd verkrijgbaar of, wanneer zij dat wel zijn, erg duur (in verhouding tot het product). Om die reden wordt de consument soms – in strijd met de wet – een bijdrage aan de reparatiekosten gevraagd.C.M.D.S. Pavillon, ‘Als consument je recht halen bij een geschillencommissie: goed(koop), maar kan beter’, AA 2020, afl. 2, p. 202-203. Of hij krijgt, tot zijn grote tevredenheid,Nederlandse consumenten geven immers veelal de voorkeur aan vervanging of ontbinding. 56% van de Nederlandse consumenten heeft geen ervaring met het repareren van defecte zaken, blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie. Daarmee bungelt Nederland onderaan de lijst van de in het onderzoek betrokken lidstaten. Zie: ec.europa.eu/info/sites/info/files/ec_circular_economy_final_report_0.pdf, p. 85. al rap een vervangend product aangeboden. Deze laatste trend wil de Commissie ombuigen.
Het is onduidelijk hoeveel ruimte er in het nieuwe artikel bestaat voor het meewegen van de gezichtspunten uit de huidige evenredigheidstoets uit artikel 7:21 lid 5 BW. Het enige wat uit de tekst van artikel 12 kan worden opgemaakt is dat een vergelijking van de kosten van de afzonderlijke remedies de doorslag geeft. Dit vraagt wel om eenduidige, transparante en eerlijke berekeningsmethoden. Ook van belang is dat wordt verduidelijkt wat onder kosten wordt verstaan en, met het oog op de ‘groene’ achtergrond van het voorstel, of ‘milieukosten’ hieronder dienen te worden geschaard.Vgl. E. van Gool & A. Michel, ‘The New Consumer Sales Directive 2019/771 and Sustainable Consumption: A Critical Analysis’, Journal of European Consumer and Market Law 2021, afl. 4, p. 145 en V. Mak & E. Terryn, ‘Circular Economy and Consumer Protection: The Consumer as a Citizen and the Limits of Empowerment Through Consumer Law’, Journal of Consumer Policy 2020, afl. 43, p. 236, die verwijzen naar een uitspraak van de Noorse hoogste rechter die de milieu-impact van vervanging van een paar schoenen bij gebrek aan een tweedehandsmarkt in de evenredigheidstoets betrok.
Het is voor de consument niet eenvoudig (en misschien zelfs onmogelijk) om na te gaan wat de kosten van herstel en vervanging zijn: de informatieasymmetrie waarmee de voorgestelde inperking van zijn rechten gepaard gaat, wringt. Ook vanuit duurzaamheidsperspectief. De consument die graag herstel vordert maar te horen krijgt dat dit duurder is dan vervanging, heeft weinig mogelijkheden om na te gaan hoe grondig zijn verzoek is onderzocht. Mocht een geschillencommissie of rechter zich over het geschil buigen, dan is het aan de verkoper om inzicht te geven in de gemaakte berekening en vergelijking. Het zou goed zijn als de richtlijn aandacht zou besteden aan de vraag hoe gemotiveerd de verkoper het ontzeggen van herstel – na betwisting door de consument – dient te onderbouwen. Naar verwachting zullen consumenten echter niet vaak klagen over het weigeren van herstel, daar zij ondanks een zekere bereidheid tot herstel ook snel genoegen nemen met vervanging.Zie het onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving, Hoe circulair zijn Nederlandse consumenten?, april 2023, p. 40.
Het status quo-doorbrekende potentieel van het nieuwe criterium mag denk ik niet worden overschat. Of de consument in de toekomst vervanging ook vaker zal worden ontzegd, hangt af van hoe de kosten van onderdelen en van gekwalificeerde arbeid zich zullen ontwikkelen. De ontwerptekst bevat geen specifieke regels die de prijs van verplichte reparatie helpen drukken. De Commissie gaat ervan uit dat marktwerking die prijs op termijn zal doen dalen.
Al met al wordt nauwelijks gesleuteld aan de bestaande Richtlijn verkoop van goederen. Deze recent in werking getreden richtlijn had op meer punten kunnen worden aangepast om herstel en circulariteit te bevorderen. De Commissie heeft bewust afgezien van een verlenging van de aansprakelijkheidstermijn in lijn met de levensduur van producten of van een verlenging van die termijn na de keuze voor reparatie. Echter, niets staat lidstaten en verkopers in de weg om dergelijke voor de consument gunstigere garantieregelingen aan te bieden dan die zijn neergelegd in de Richtlijn verkoop van goederen, zo volgt uit artikel 10 lid 3 van diezelfde richtlijn. Keerzijde is dat gunstige regelingen die juist vervanging aanmoedigen ook zijn toegestaan.
Om het tweede doel – reparatie buiten de wettelijke garantietermijn aanmoedigen – te bereiken, heeft de Commissie meer pijlen op haar boog. De consument moet worden geïnformeerd over de producten die door de producent moeten worden gerepareerd. De consument krijgt buiten de wettelijke aansprakelijkheidstermijn immers het recht om, gedurende vijf à tien jaar na aankoop, te eisen dat de producent tegen betaling overgaat tot reparatie van een aantal producten die volgens de vigerende ecodesignvereisten technisch te repareren zijn, zoals wasmachines of televisies.Het is overigens ook niet zo dat binnen de wettelijke aansprakelijkheidstermijn het recht op reparatie bij deze producten steeds voorop zal staan. Niet ondenkbaar is dat de kosten van reparatie nog steeds die van vervanging overtreffen.
Zo worden producenten aangespoord om duurzamere bedrijfsmodellen te ontwikkelen en hebben consumenten altijd een aanspreekpunt. De lijst producten waarvoor een recht op reparatie geldt, is thans nog beperkt maar de bedoeling is dat zij dankzij nieuwe ecodesignregelgeving steeds verder zal worden uitgebreid. Artikel 5 lid 1 van het voorstel bevat evenwel een algemeen verwoorde ‘escape’ voor producenten: als reparatie ‘onmogelijk’ is, dan vervalt simpelweg de verplichting om te repareren. Vraag is dan natuurlijk hoe ruim of strikt die onmogelijkheid zal worden uitgelegd en hoe op de juiste (naar mijn idee meest duurzame) uitleg zal worden toegezien. Tot op heden is het Hof van Justitie nog niet overgegaan op een meer duurzame interpretatie van bestaande normen.HvJ EU 5 mei 2022, C-179/21, ECLI:EU:C:2022:353, TvC 2023, afl. 1, p. 27-39, m.nt. E. Terryn (Victorinox).
De producent bepaalt de prijs van de reparatie die door bij hem aangesloten reparateurs in rekening wordt gebracht en hij mag aan geboden reparatiediensten buiten de wettelijke aansprakelijkheidstermijn ook zeker wat verdienen. Een te hoge prijs zal de consument echter ontmoedigen om het product te laten herstellen. Ook hier vertrouwt de Commissie echter volledig op de voordelen van concurrentie (in combinatie met toekomstige ecodesignregels). De marktwerking waar zij sterk op leunt om de prijs van reparatie te laten dalen, probeert zij met behulp van meer openheid en transparantie te stimuleren.
Consumenten kunnen een reparateur verzoeken om een Europees reparatie-informatieformulier, waarin de reparatievoorwaarden (zoals de tarieven, duur van de reparatie en beschikbaarheid van een vervangingsapparaat tijdens de reparatie) kenbaar worden gemaakt en het voor consumenten makkelijker wordt om reparatieaanbiedingen te vergelijken. Aan een dergelijk formulier hangt wel een prijskaartje en de consument, die overigens zelf om het formulier moet verzoeken (art. 4 lid 1), mag daarom worden gevraagd om voor het formulier te betalen (art. 4 lid 3). Dit laatste vormt wellicht een drempel om een of meer formulieren aan te vragen (welke aanvraag op zich ook al een drempel vormt).
Om de ‘vrije reparatiemarkt’ een zogenoemde boost te geven, zet de Commissie voorts in op een (gratis toegankelijk) online platform waar consumenten eenvoudig in contact kunnen komen met reparateurs en verkopers van opgeknapte goederen in hun omgeving. Het platform zal zoekopdrachten op basis van locatie, reparatievoorwaarden en kwaliteitsnormen mogelijk maken, zodat reparateurs zichtbaarder worden en consumenten aantrekkelijke aanbiedingen kunnen vinden. Het plan is om een Europese kwaliteitsnorm voor reparatiediensten te ontwikkelen die consumenten in staat stelt om reparateurs te vinden die kwalitatief hoogwaardig werk leveren. Deze ‘gemakkelijke reparatie’-norm (de European Standard for repair services) zal openstaan voor alle reparateurs in de hele EU die zich ertoe willen verbinden om minimumkwaliteitsnormen na te leven (considerans onder 27).
Er is mijns inziens wel iets meer nodig dan een informatieformulier (verstrekt op verzoek en mogelijk tegen betaling) en een online platform om een competitieve reparatiemarkt op gang te brengen. In Nederland bestaan overigens reeds websites waarop (informatie over) reparateurs kan worden gevonden.Zie bijv. nationaalreparateursregister.nl/ en repareer.com/. Zij zijn, voor zover ik dat kan inschatten, vooralsnog geen ‘game changers’ in de zin dat zij marktwerking in de reparatiebranche aanjagen. Nu geven deze websites ook geen informatie over de voorwaarden en tarieven van de reparatie. Vraag is welk platform dadelijk het predicaat nationaal ‘matchmakingplatform voor reparatie’ (aansluitend op de terminologie uit de considerans) zal dragen en wie de door het platform te verschaffen informatie straks controleert en actualiseert. Onduidelijk is voorts hoe de informatie uit de door de consument op te vragen (op het eigen product toegesneden) formulieren zich verhoudt tot de informatie die reeds te vinden is op het platform en welke rechten consumenten aan de informatie op het platform mag ontlenen.
De ontwerprichtlijn gaat ook niet in op de belangrijke vraag naar de aansprakelijkheid van onafhankelijke reparateurs en van producenten in geval van reparatie door een derde. Evenmin aandacht krijgt de rol van commerciële garanties.Deze garanties krijgen wel aandacht in het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken, COM(2022)143 def.; Pavillon 2023, p. 290. Het aanbieden van levensduurverlengendeWie een dergelijke garantie aanbiedt, zal er veel aan gelegen zijn om een product van goede kwaliteit te produceren en/of te verkopen. garanties zou kunnen worden gestimuleerd of zelfs verplicht worden gesteld,In het verlengde van het voorstel: K. Tonner & R. Malcolm, How an EU Lifespan Guarantee Model Could Be Implemented Across the European Union, Policy Department C: Citizen’s Rights and Constitutional Affairs European Parliament 2017. mits zij ertoe strekken om herstel te prioriteren (hetgeen nu niet het geval is). Tot slot blijft ook de rol van reparatie bij producten-als-diensten-overeenkomsten buiten beeld. Kenmerkend voor deze contracten is dat de prikkel om te repareren bij de aanbieder van het product als dienst moet liggen.
Al met al zijn de kosten van herstel een beslissende factor voor het succes van de richtlijn: is reparatie te duur dan zien consumenten én handelaren ervan af (en blijft vervanging de voorkeur krijgen). De ontwerptekst zelf bevat echter geen maatregelen die de ontwikkeling van een vrije reparatiemarkt (inclusief repair shops) bespoedigt, zoals de toegang tot technische informatie en reserveonderdelen. Deze toegang zal hopelijk worden vergroot door de nog in ontwikkeling zijnde (en thans nog beperkte) ecodesignregelgeving (considerans onder 14), waarin onder meer, naar Frans model,C.M.D.S. Pavillon, ‘Duurzaam consumentenkooprecht: het Franse voorbeeld’, WPNR 2020, afl. 7283, p. 367-369. een verplichte reparatie-index ofwel -score zal worden toegekend aan producten op basis van de beschikbaarheid van informatie en onderdelen.Op 16 juni 2023 verscheen de Gedelegeerde Verordening (EU) …/… ter aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van smartphones en tablets. Het is opvallend dat het voorstel niet aan deze index refereert.
De onlangs in werking getreden Digital Fair Repair Act vereist dat zogenaamde ‘original equipment manufacturers (OEM’s)’ – de producenten – diagnose- en reparatie-informatie voor digitale elektronische onderdelen en apparatuur beschikbaar stellen aan onafhankelijke reparateurs en consumenten, indien dergelijke onderdelen en informatie ook beschikbaar zijn voor door de producent erkende reparateurs en dienstverleners. Met deze wetgeving wordt New York de eerste staat in de VS die dergelijke verplichtingen aan producenten oplegt. Reparaties van technologische apparaten zijn vaak moeilijk uit te voeren door het ontwerp van het apparaat, de beperkte toegang tot reserveonderdelen en gereedschap en een gebrek aan handleidingen en technische informatie. De Act moet een goede werkende markt voor reparateurs tot stand brengen en een einde maken aan het monopolie van tech-giganten. Tegelijkertijd hoopt men de verwachte 655.000 ton giftig e-afval die jaarlijks in de staat New York wordt weggegooid en waarvan 85% op een stortplaats terechtkomt, te verminderen.Zie het persbericht van de ondertekenaar van de wet, Governor Kathy Hochul, governor.ny.gov/news/governor-hochul-signs-digital-fair-repair-act-law.
Het expliciet en in algemene zin verplichten van producenten tot het beschikbaar stellen van reserveonderdelen en handleidingen gaat verder dan wat het commissievoorstel thans beoogt. De in New York aangenomen wet gaat echter beduidend minder ver dan de draft bill. De bijzonder sterke lobby van de tech-bedrijven – die zich ook binnen de EU actief bemoeit met de totstandkoming van wetgeving – wees zoals vaker in het verledenC. Hernanz Lizarraga, ‘How Tech Firms are Resisting the “Right to Repair”’, The Washington Post 20 januari 2023. op technische kwesties die de veiligheid en beveiliging van producten in gevaar konden brengen.cnet.com/tech/new-york-governor-signs-new-right-to-repair-law-but-advocates-say-its-toothless/. Tech-bedrijven hebben zich fel tegen het wetsvoorstel verzet met het argument dat gezien de risico’s voor de cybersecurity alleen bepaalde onderdelen en documentatie openbaar zou kunnen worden gemaakt.
Uiteindelijk werd een akkoord bereikt waardoor producenten in plaats van losse reserveonderdelen, ‘assemblages van onderdelen’ mogen aanbieden. Dit betekent dat bedrijven niet gedwongen mogen worden om afzonderlijke componenten beschikbaar stellen die, zo luidt de aanname, minder kosten, maar in plaats daarvan een assemblage, zoals een printplaat met ingebouwde chips, tegen een hogere prijs mogen verkopen. Deze last-minute wijziging van de wet stuit op hevige kritiek van voorstanders van het recht op herstel en van vertegenwoordigers van de repareerbranche. De wet zou hierdoor tandeloos zijn geworden.A. Cunningham, ‘New York governor signs modified right-to-repair bill at the last minute’, Ars Technica 29 december 2022 en W. Gallagher, ‘New York passes functionally toothless Right to Repair bill’, Apple Insider 29 december 2022. Bedrijven zullen ook alle instrumenten voor het opheffen van de beveiliging mogen blijven afschermen voor buitenstaanders. Met andere woorden, het omzeilen van de beveiliging van apparaten blijft verboden en het aanvankelijke vereiste dat verkopers de voor aanpassingen aan apparaten nodige wachtwoorden zouden verstrekken, is geschrapt.
Andere, op het laatste moment aangebrachte wijzigingen in de wet van New York sluiten uit van het toepassingsbereik van de wet technologische apparaten die zijn gemaakt voor en worden gebruikt door scholen, ziekenhuizen, universiteiten en overheidsinstellingen. Voorts is de wet alleen van toepassing op nieuw verkochte apparaten na 1 juli 2023. Deze laatste aanpassing is een belangrijke voor de tech-bedrijven, die zodoende tijd krijgen om de repareerbaarheid van technologische apparaten te vergroten. Apple, Samsung, Google en Microsoft zijn inmiddels begonnen met het beschikbaar stellen van bepaalde onderdelen voor de meest recente apparaten.
Dat de richtlijn niets regelt wat betreft de beschikbaarheid van onderdelen en technische informatie in algemene zin, is betreurenswaardig.SER-advies 22/08, p. 12-13. De verwachting was ook niet dat de Commissie hier in dit voorstel haar vingers aan zou durven te branden. De toegang tot reserveonderdelen en handleidingen voor de repareerbranche is afhankelijk van de voortgang op het terrein van de ecodesignwetgeving. Uit hetgeen is voorgevallen in New York volgt dat dit wat betreft technologische apparaten (mobieltjes, tablets, consoles, laptops etc.) een moeizaam proces zal zijn.In het Explanatory memorandum bij Gedelegeerde Verordening (EU) …/… ter aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van smartphones en tablets wordt vermeld dat ‘While they [de producenten, CMDSP, toev. auteur] generally supported the preparatory work on the potential Ecodesign requirements for mobile phones and tablets, they expressed some reservations, in particular on the draft requirements on improved reparability and spare parts availability’. De lobby van de repareerbranche lijkt niet opgewassen tegen die van de tech-reuzen en het risico bestaat dat het commissievoorstel verder zal worden uitgekleed, daar waar het op veel punten al weinig om het lijf heeft. Dit betekent dat de verwachtingen ten aanzien van de vrije markt van onafhankelijke reparateurs die niet verbonden zijnZie voor de definitie van onafhankelijke reparateurs in de automobiele sector: Verordening 461/2010, betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector, artikel 1, lid 1 onder e. aan de producent of leverancier laaggespannen zijn.
Het succes van dit voorstel is voorts compleet afhankelijk van het cumulatieve effect van andere (toekomstige) voorstellen op het gebied van zowel ecodesign als IE-rechten (denk aan de mogelijkheid om onderdelen na te maken door middel van 3D-printen of om handleidingen te bewerken). Ook van belang is de onderlinge afstemming met het richtlijnvoorstel wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken. In dit voorstel wordt reparatie gestimuleerd door middel van informatieverstrekking en door het tegengaan van vervroegde veroudering.Pavillon 2023, p. 292-293. Handelspraktijken die aansporen tot vervanging (inruilkortingen bijvoorbeeld) worden echter niet aangepakt. Het slagen van dit voorstel hangt tot slot af van het verduidelijken van het aansprakelijkheidsregime, het versterken van educatie (bewustwording, opleidingen tot reparateur) en van financiële inspanningen op nationaal en Europees niveau (vouchersSER-advies 22/08, p. 8. Zie bijv. K. Meyer, ‘Germany and Austria implement repair bonuses’, repair.eu 18 augustus 2021. of fiscale voordelenDe SER adviseerde dit najaar over hoe herstel het beste kan worden gestimuleerd: SER-advies 22/08 Reparatiebevordering oktober 2022. De Raad ziet heil in een tegemoetkoming in die kosten, bijvoorbeeld met vouchers voor consumenten of belastingvoordelen voor verkopers en producenten. Richtlijn (EU) 2022/542 biedt de mogelijkheid om de btw-tarieven van reparatiediensten voor elektrische apparaten laag te houden. Hiervan maakt Nederland echter geen gebruik: ‘Diensten met 9% btw’, belastingdienst.nl, geraadpleegd: 13 mei 2023. ). Deze samenhang wordt in de ontwerptekst zelf onvoldoende onderkend en ondersteund. Kortom, er valt genoeg aan het voorstel te repareren maar bij gebrek aan onderdelen en ‘onafhankelijke reparateurs’, wordt dit een lastig verhaal…