Het onderzoeksplatform Hansken. Hoe Rembrandts olifant nieuw leven krijgt ingeblazen

Automatisering eist ook haar tol in de opsporing. Meer en meer vormen computers, tablets en mobiele telefoons hulpmiddelen bij het begaan van criminaliteit. Dat betreft lang niet altijd zogeheten ‘cybercriminaliteit’. Dergelijke apparatuur is ook erg handig bij communicatie of bij het vastleggen van grote verzamelingen plaatjes of tekst met betrekking tot vormen van criminaliteit die al veel langer bestaan. Dat merkt de politie ook. Het is allang geen uitzondering meer dat de politie de beschikking krijgt over immense databestanden. Denk hierbij aan enorme hoeveelheden berichtenverkeer met behulp van cryptoapplicaties als die van Ennetcom, PGP Safe, Encrochat en Sky ECC. Het gaat steeds om miljoenen berichten, vastgelegd in bestandsverzamelingen met een grootte van vele terabytes. Maar datzelfde geldt voor de bestandsverzamelingen van op beeld vastgelegd seksueel misbruik van minderjarigen. Bestandsverzamelingen van die omvang zijn zonder hulp van ICT niet meer binnen een afzienbare termijn te doorzoeken. Er moeten andere oplossingen worden bedacht.

We vragen het aan dr. ir. Hans Henseler en aan dr. ir. Harm van Beek, beiden onder meer werkzaam als senior digitaal-forensisch wetenschapper bij het NFI en als zodanig betrokken bij de ontwikkeling van het onderzoeksplatform Hansken.