In dit boek vergelijkt de auteur, emeritus-hoogleraar burgerlijk recht en Anglo-Amerikaans recht, de wijze van rechtsvinding in vijf landen van de westerse wereld, te weten de Verenigde Staten, Nederland, Duitsland, Engeland en Frankrijk, en bepleit de noodzaak van een meer pragmatische rechtsvinding.
Pragmatisme houdt in dat gestreefd moet worden naar beslissingen met een aanvaardbare uitkomst. De realisten predikten in de jaren dertig hun rule and fact scepticism en voorzagen het pragmatisme van een theoretisch kader. Na de oorlog is het pragmatisme vanuit de VS overgewaaid naar Duitsland. Sinds 1970 oordeelt de Nederlandse rechter meer en meer pragmatisch, waarmee een einde lijkt te zijn gekomen aan een tijdperk waarin Scholtens "Algemeen Deel" min of meer als maatstaf gold. Langzaam werd ingezien dat taal, geschiedenis en systeem van de wet teveel een barrière vormden voor de rechter om te komen tot een bevredigende beslissing. Het denken vanuit beginselen is steeds belangrijker geworden, mede onder invloed van het publiekrecht, het Europees recht en de mensenrechten.
Op basis van zijn onderzoek, waarbij ook aandacht voor de rechtsfilosofie en Wittgensteins taalfilosofie is voor de auteur maar één conclusie mogelijk: het recht moet dienstbaar zijn aan een maatschappij die altijd in beweging is en niet angstvallig vasthouden aan de wettekst!
Voorwoord
Hoofdstuk I
RECHTSVINDING ALGEMEEN
§ 1 Kan ons denken over het recht als wetenschap worden aangemerkt?
§ 2 Een eeuw privaatrechtswetenschap in vogelvlucht
§ 3 Scholten en zijn tijdgenoten
§ 4 Twee rechtersbeelden. Scholten en Vranken
§ 5 Wiarda’s rechtersbeeld
§ 6 Over rechtsvergelijking gesproken
§ 7 De Nederlandse rechter en Europa
§ 8 Gadamers taaltheorie wijst in de richting van een meer pragmatische rechtspraak
§ 9 Het belang van de taalopvatting van Wittgenstein voor de rechtsvinding
§ 10 Posner en Habermas in discussie met Dworkin
§ 11 Kapitalisme, liberalisme, socialisme en sociale rechtsstaat
§ 12 Pragmatisme en pluralisme
§ 13 Drieërlei rechtscultuur
Hoofdstuk II
AMERIKA
§ 1 Pragmatisme en realisme in de VS
§ 2 Is pragmatisme gevaarlijk?
§ 3 Amerika 1780-1860
§ 4 De rechtsontwikkeling na 1870
§ 5 Holmes 1841-1935
§ 6 Pound, de jurist die het realisme van Llewellyn niet begreep
§ 7 Cardozo (1870-1938)
§ 8 Karl Llewellyn (1893-1962), persoon en werk
§ 9 Twee opstellen over het ontstaan van het realisme
§ 10 Llewellyns realisme
§ 11 Llewellyn en zijn critici
§ 12 De befaamde Hart/Fuller discussie in Harvard (1957)
§ 13 Fuller (1900-1978) in discussie met realisten
§ 14 Rechtsvinding in Amerika na Roosevelt’s New Deal tot 1970 en later
§ 15 Pragmatisme en grondrechten
§ 16 Pragmatisme, onderwijs en de professie
Hoofdstuk III
NEDERLAND
§ 1 Drie perioden van rechtsvinding
§ 2 Scholten, normatieve uitleg, verschil met pragmatische rechtsvinding
§ 3 De betekenis van de feiten. Het geval.
Rechtspreken naar gereedliggende regels is niet mogelijk
§ 4 Een rechtsbeslissing mag -anders dan door Scholten betoogd- niet beschouwd worden als een gewetensbeslissing
§ 5 Rechtshistorische interpretatie, Scholtens historisme
§ 6 Recht en taal, recht en systeem
§ 7 Verkeerseisen
§ 8 Normatieve Uitleg, Sociologische Interpretatie, Pragmatisme
§ 9 Drie late geschriften van Scholten (1942, 1943/1944, 1945)
§ 10 De beslissing
Hoofdstuk IV
DUITSLAND
§ 1 Iets over de Duitse methode van rechtsvinding vóór 1800
§ 2 Von Savigny (1779-1861) en zijn methode van rechtsvinding
§ 3 Puchta (1798-1846) en zijn genealogie van begrippen.
Iets over de constructie en haar rol in het Nederlandse recht
§ 4 Rudolf von Jhering (1818-1892) wijst de weg naar een modern rechtsdenken
§ 5 De Freirechtbewegung. Het rechtsgevoel.
§ 6 Philipp Heck (1858-1943) en zijn Interessenjurisprudenz
§ 7 Van Interessenjurisprudenz naar Wertungsjurisprudenz
§ 8 Essers denken vanuit “standards”, einde van het legisme.
Zijn invloed op de Nederlandse rechtspraak
§ 9 Had Esser voorgangers in Nederland?
§ 10 Duitse bezwaren tegen Esser
§ 11 Leidt Essers “Vorverständnis” tot een Richterkönig?
§ 12 Recht en topiek. “Oi Topoi”, Topisch denken.
§ 13 Kriele en zijn “Theorie der Rechtsgewinnung”
Hoofdstuk V
ENGELAND
§ 1 Pragmatisme in Engeland en de VS vergeleken
§ 2 “The Concept of Law” van Hart
§ 3 De achtergrond van de Engelse rechtspraak
§ 4 Ontwikkeling van de Engelse rechtspraak
Hoofdstuk VI
FRANKRIJK
§ 1 Positivistische rechtsvinding. Een stuk geschiedenis
§ 2 Een methode van denken die uiteindelijk niet beklijfde
§ 3 Gény en Saleilles met elkaar vergeleken
§ 4 De rol van Ripert (1880-1958)
§ 5 Demogue (1872-1938)
§ 6 Tekenen dat Franse juristen positivistisch zijn blijven oordelen
§ 7 Drie ontwerpen
§ 8 Staat het positivisme van Frankrijk rechtsvergelijking in de weg?
§ 9 Frankrijk in de richting van Amerikaans rechtsdenken?
Samenvatting
De weg naar een pragmatisch oordelende rechter
Post-Scriptum
Literatuurregister
Zakenregister
Index biografische gegevens