Dr. G.J.H. van der Sangen, prof. mr. drs. D.F.M.M. Zaman
Mr. dr. M. Olaerts
Mr. P. van der Zanden, prof. dr. mr. P.M. van der Zanden RA
Dr. J.L. van de Streek
Het deelnemingscriterium in de vennootschapsbelasting is evenals veel andere fiscale regelingen onder de vereenvoudigings- en flexibliseringsoperatie van het BV-recht ongewijzigd gebleven. In deze bijdrage worden de gevolgen van het nieuwe BV-recht voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling onderzocht. Het blijkt onder andere dat een gevolg kan zijn dat de deelnemingsvrijstelling toepassing mist in het geval een moedervennootschap alle aandelen houdt in een dochtervennootschap. Dat druist in tegen de ratio de van de deelnemingsvrijstelling maar staat ook haaks op hetgeen wordt beoogd met de versoepelde regels voor het bijeenbrengen van kapitaal. Om de problemen op te lossen doet de auteur een voorstel voor een nieuw deelnemingscriterium.
Om toegang te krijgen tot het gehele artikel heeft u een abonnement nodig. Meer informatie over de abonnementsvormen en prijzen kunt u hier vinden.
Abonneren op dit tijdschrift